Overslaan en naar de inhoud gaan

Publiek Figuur #2: Goshka Macuga

Goshka Macuga maakt afwezige vrouwen zichtbaar

Cineaste, activiste, filosofe, doctor in de rechten, burgemeester – de betekenis en impact van de vrouwen van wie de profielen verwerkt werden in de sculptuur Figures of Absence van kunstenares Goshka Macuga kunnen niet in slechts één woord worden gevat.

Baanbrekende vrouwen

Hoe verschillend ze ook zijn, één ding hebben ze allemaal gemeen. Stuk voor stuk zijn het krachtige, baanbrekende en invloedrijke vrouwen, elk met een eigen verhaal. De indruk die ze nalaten is groot, hun nalatenschap nog steeds urgent.

Daarom verzamelen we hier de biografieën van de vijf vrouwen die Macuga selecteerde om af te beelden in haar werk, te zien in het Antwerpse Stadspark van mei 2021 tot mei 2022. De biografieën werden opgesteld door Floor Wyns, onthaal- en publieksmedewerker van het Middelheimmuseum.  

Figures of Absence werd gemaakt in het kader van Publiek Figuur, een jaarlijkse opdracht van Kunst in de Stad aan een hedendaagse kunstenaar om nieuw werk te maken vertrekkende vanuit de vraag 'wie of wat zetten we vandaag op een sokkel?'.

Gezichtsprofiel Marie Popelin - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille
Gezichtsprofiel Marie Popelin - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille

Marie Popelin (1846-1913)

Eerste Belgische vrouwelijke doctor in de rechten

Marie Popelin (1846-1913) wordt geboren in een burgerlijke Brusselse familie en volgt een opleiding tot leerkracht (een van de weinige studieopties voor vrouwen in die tijd). Op vraag van Isabelle Gatti de Gamond gaat Popelin les geven in de door Gatti de Gamond net opgerichte, vooruitstrevende middelbare school voor meisjes. Hier geeft Popelin enkele jaren les, waarna ze opstapt en zelf directrice wordt van een meisjesschool in Bergen. Ze voert er het model van Gatti de Gamond in en blijft aangesteld tot 1882.

Wanneer ze 37 is, in 1883, begint Marie Popelin rechten te studeren aan de Université Libre De Bruxelles, waar ze na vijf jaar met onderscheiding afstudeert. Ze wordt daarmee de eerste Belgische vrouwelijke doctor in de rechten, maar zelfs met een diploma op zak krijgt ze de wind van voren. Ze vraagt aan de balie van Brussel toegang tot het beroep van advocaat, maar haar verzoek wordt door het Hof Van Beroep en later ook door het Hof Van Cassatie geweigerd.

Hoewel er officieel geen wet van kracht was die vrouwen toegang tot de balie zou kunnen verbieden, baseerde het Belgische wetboek zich toen op de discriminerende “Code Napoleon”.

 

Sleutelmoment

Hoewel er dus geen plaats was aan de balie voor Popelin, markeert haar poging  wel een sleutelmoment in de groeiende bewustwording van vrouwenrechten. Ze loopt stage bij een Brusselse advocaat en legt zich toe op de emancipatie van de vrouw.

In 1892 sticht ze de Ligue belge du droit des femmes (Belgische Liga voor Vrouwenrechten) samen met onder andere Isala Van Diest, de eerste Belgische vrouwelijke arts. De meningsverschillen die binnen de Ligue ontstaan, leiden ertoe dat Popelin alle mannen uit de vereniging zette en zichzelf benoemt als algemeen secretaris. Onder andere Louis Frank, de advocaat die haar bij had gestaan in haar poging toe te treden tot de balie, wordt de deur gewezen.

 

Internationaal Feministisch Congres

In 1897 organiseert ze naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling in Brussel een Internationaal Feministisch Congres, dat op dat ogenblik vooral bijval vond in het buitenland.

In 1905 sticht ze de Belgische antenne van de Conseil international des femmes, de nog altijd bestaande Nationale Vrouwenraad.

In 1912 organiseert Popelin haar laatste feministisch congres gewijd aan drie grote thema’s: de juridische, de economische en de politieke situatie van de vrouw (met als speerpunt het ontbreken van kiesrecht voor vrouwen, dat pas in 1948 zou volgen).

Ziek en ook mentaal uitgeput door haar voortdurende strijd, sterft Marie Popelin in 1913. De beslissing om vrouwen toe te laten tot het beroep van advocaat in België kwam er pas in 1922.

Gezichtsprofiel Mathilde Schroyens - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille
Gezichtsprofiel Mathilde Schroyens - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille

Mathilde Schroyens (1912-1996)

Socialistisch gezin

Mathilde Schroyens (1912-1996) groeit op in een uitgesproken socialistisch gezin, met een vader die lid was van de BWP (de Belgische Werklieden Partij - de eerste socialistische partij van België). Tijdens het interbellum studeert ze aan de Stedelijke Normaalschool te Antwerpen voor kleuteronderwijzeres, een beroep dat ze uitoefent van 1932 tot 1940 in een joodse school. Tijdens WO II zet ze haar studies verder aan de EOS (de arbeidershogeschool) in Brussel en gaat ze er aan de slag als maatschappelijk werkster. 

 

Modernisering onderwijs

Haar politieke carrière begint als voorzitster van de Socialistische Vrouwen in 1948. Het jaar daarop maakt ze haar intrede in de Kamer als socialistisch volksvertegenwoordigster voor het arrondissement Antwerpen. In 1953 treed ze toe tot de Antwerpse gemeenteraad en in 1954 wordt ze schepen van onderwijs. 

Schroyens reeg in deze functie de verwezenlijkingen aan elkaar: ze moderniseerde het scholennet van het Stedelijk Onderwijs en breidde het aanbod sterk uit. Ze introduceerde de seksuele opvoeding in het lessenpakket (voorheen ongezien!) en zorgde ervoor dat het gemengd onderwijs doorgevoerd werd in de Antwerpse stedelijk scholen, een primeur in België. 

 

Eerste vrouwelijke burgemeester

Schroyens betekende niet alleen immens veel voor het onderwijs, maar zorgde er verder ook voor dat vanaf 1975 vrouwen vrijwillige legerdienst mochten doorlopen. 

In 1977 wordt ze verkozen tot burgemeester van Antwerpen, een mandaat dat ze zou behouden in 1983. Voor het eerst sinds de onafhankelijkheid van België bekleedt een vrouw deze functie. 

 

Home Mathilde Schroyens

Mathilde Schroyens was gehuwd en bleef kinderloos. In Koksijde werd een verblijf naar haar genoemd, 'Home Mathilde Schroyens', dat voornamelijk gebruikt als verblijf tijdens zeeklassen voor kinderen uit de Antwerpse lagere scholen. In 2014 sloot de home ondanks protest definitief de deuren.

Ze overlijdt na een val in haar woning in 1996. Schroyens' as werd uitgestrooid op de oude strooiweide van het Schoonselhof.

Gezichtsprofiel Andrée Blouin - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille
Gezichtsprofiel Andrée Blouin - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille

Andrée Blouin (1921-1986)

Geloof in rechtvaardigheid

Andrée Blouin (1921-1986) zag in zichzelf geen feministe, maar was doorheen haar hele leven gedreven door een geloof in rechtvaardigheid. Haar vader was een Fransman, haar moeder Congolese.

Ze wordt geboren in Bessou (Centraal Afrikaanse Republiek), maar wordt op 3-jarige leeftijd door haar vader en diens nieuwe vrouw bij haar moeder weggehaald en in een Frans weeshuis voor metiskinderen geplaatst. Hier wordt ze verwaarloosd en mishandeld tot ze op 17-jarige leeftijd het weeshuis ontvlucht en met haar moeder naar Congo-Brazzaville trekt.

Daar begint ze een relatie met een Belgische aristocraat en verhuist met hem naar Congo-Kinshasa. Omdat ze weigert hun relatie geheim te houden zoals hij eiste, vlucht ze terug naar Congo-Brazzaville – intussen drie maanden zwanger van haar dochter Rita. 

 

Politieke carrière

Ze ontmoet de Fransman Charles Greutz en krijgt met hem een zoon, René, die op tweejarige leeftijd overlijdt aan malaria omdat hem vanwege zijn gemengde afkomst behandeling wordt geweigerd in het ziekenhuis. Deze gebeurtenissen laten een diepe indruk na op Blouin, die besluit met haar dochter naar Frankrijk te verhuizen. Blouin ontmoet daarop de liefde van haar leven, de Franse ingenieur André Blouin, waarmee ze in 1952 trouwt en twee kinderen krijgt. 

Vanaf 1958 maakt Blouin ook politiek carrière, wanneer ze in Guinea actief is in de entourage van Ahmed Sekou Touré, die streed voor onafhankelijkheid en zich verzette tegen het Franse koloniale bewind. De bevolking betaalt hiervoor de prijs wanneer Frankrijk zich op brutale wijze terugtrekt en het gebied geplunderd en onderkomen achterlaat met een tekort aan infrastructuur en medicijnen als gevolg. 

 

Rechten van de vrouw in Congo

Andrée Blouin verhuist naar Congo om zich daar in te zetten voor de rechten van de vrouwen. Hier wordt ze in 1960 hoofd protocol in de regering van Patrice Lumumba, de eerste democratisch verkozen president van het onafhankelijke Congo. Ze onderscheidt zich niet enkel door haar activisme maar was ook een bevlogen spreker: de speeches en radio-uitzendingen die ze schrijft missen hun effect niet, en Blouin speelt een diplomatische sleutelrol in de relaties met de Europese mogendheden. 

Later dat jaar vlucht ze noodgedwongen naar Frankrijk, net voor Lumumba geëxecuteerd wordt. In 1973 scheidt ze van haar man en vestigt zich in Parijs. Van hieruit zet ze haar werk verder als activiste voor gender- en sociale gelijkheid en strijdt voor economische rechtvaardigheid in verschillende Afrikaanse landen.

Begin jaren '80 wordt Blouin ernstig ziek. Ondanks haar aandeel in de Afrikaanse onafhankelijkheidsbeweging en strijd voor gelijkheid  raakte Andrée Blouin tijdens haar laatste levensjaren ontmoedigd over de grote ongelijkheid en onderdrukking die er nog steeds heerste. Ze stierf na het stopzetten van haar kankerbehandeling in 1986 in Parijs. 

Gezichtsprofiel Patricia De Martelaere - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille
Gezichtsprofiel Patricia De Martelaere - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille

Patricia De Martelaere (1957-2009)

Vlaamse Debuutprijs 

Patricia De Martelaere (1957-2009) debuteerde op 14-jarige leeftijd met een jeugdroman en publiceert in 1988 haar eerste novelle, Nachtboek van een slapeloze. Ze ontvangt hiervoor de Vlaamse Debuutprijs. Wanneer ze 23 is trouwt ze met een beroepsmilitair die ze al tijdens haar tienerjaren heeft leren kennen en krijgt met hem twee kinderen.

In 1995 verliest ze haar man tijdens een boottocht naar Engeland. Er werd nooit opgehelderd of het hier om zelfmoord of een mysterieuze verdwijning ging - De Martelaere deelde tijdens haar leven amper informatie over haar persoonlijk leven en gaf zelden interviews -, maar de dood van haar man had een enorme impact op het leven en werk van De Martelaere. Dood en rampspoed zijn steevast aanwezig in haar oeuvre.

 

Negatieve ervaringen

In plaats van ervan weg te lopen zoeken de personages in De Martelaeres vijf romans steevast negatieve ervaringen op om ze vervolgens tot op het bot te beleven. De Martelaere ontziet zichzelf en haar personages niet en gaat op lucide manier op zoek naar een esthetica van de zelfmoord en van het niets.

Haar indrukwekkende palmares aan filosofische en literaire werken bezorgt haar nominaties voor onder andere de AKO Literatuurprijs, Libris Literatuurprijs en Gouden Uil.

 

Filosofische essays

In haar essays over de westerse filosofen levert ze genadeloos kritiek op het zelfingenomen, illusoire karakter van het holistisch denken, dat het beste van twee werelden wil verenigen, maar daardoor “alleen maar meer schemering” teweegbrengt.

Vanaf de jaren 2000 vindt ze toevlucht in het taoïsme, een Chinese mystieke, filosofische en religieuze stroming die naadloos aansluit bij De Martelaeres hang naar melancholie. Ze beoefende tai chi en publiceerde zelf een boek over het taoïsme, Taoïsme: een weg om niet te volgen.

De Martelaere overlijdt op 51-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hersentumor.

Gezichtsprofiel Chantal Akerman - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille
Gezichtsprofiel Chantal Akerman - in Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille

Chantal Akerman (1950-2015)

Joods-Poolse Holocaust-overlevers

Chantal Akerman (1950-2015) werd geboren in een gezin van Joods-Poolse Holocaust-overlevers. Ze gaat op 18-jarige leeftijd in België naar het Institut National Supérieur des Arts film studeren en trekt aan het begin van de jaren ’70 naar New York waar ze zich onderdompelt in de experimentele cinema en haar eerste langspeelfilm maakt (Hotel Monterey, 1972).

 

Belgische filmcarrière

Wanneer ze na enkele jaren terugkeert naar België schiet haar filmcarrière uit de startblokken. Met Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Brussel zet Akerman zichzelf in 1975 helemaal op de kaart, hoewel ze zich altijd verzette tegen de labels die haar werden toegeschreven: “feministe”, “joods”, “gay”. Hoewel deze aspecten haar wel vormden en haar oeuvre een bepaalde richting uitstuurden, pleitte ze zelf eerder voor een "veelheid aan expressie".

De hechte band met haar moeder en het familiale oorlogsverleden speelt een grote rol in haar werk. Haar films worden gekenmerkt door de uitgezuiverde filmtaal en de beklijvende manier waarop Akerman personages en ruimtes weet neer te zetten.

 

Beeldende kunsten

In 1991 jureert ze voor het filmfestival van Berlijn en vanaf midden jaren ’90 maakt ze ook naam in de wereld van de beeldende kunst met indrukwekkende video-installaties.

In 2011 trekt ze naar New York om te doceren aan de faculteit van het MFA Program in Media Arts Production (City College, NY). Wanneer in 2013 haar moeder ernstig ziek is, keert ze terug naar Brussel. In 2014 overlijdt haar moeder, wat Akerman erg zwaar viel gezien hun uitzonderlijk intieme band. 

Tussen de zorgtaken door schrijft ze een boek, Ma mère rit (2013). Het wordt haar laatste geschreven werk. Haar laatste film, No Home Movie (2015), is ook volledig aan haar moeder gewijd.

In 2015 stapt Chantal Akerman uit het leven in Parijs. De invloed en zeggingskracht van haar oeuvre kent vandaag nog steeds weinig gelijken.

 

Over Goshka Macuga

Kunstenares Goshka Macuga werd geboren in 1967 in Polen, en woont en werkt sinds 1989 in Londen. In haar werk verbindt ze verschillende onderzoeksdomeinen en -methodes, met een focus op associatieve interpretaties van sociale en politieke geschiedenis.

Macuga’s strategische gebruik van bestaande verhalen, materialen en archiefdocumenten laat haar toe om dominante discours om te vormen tot onverwachte, nieuwe verhalen.

Macuga had solotentoonstellingen bij o.a.:

  • New Museum, New York
  • Fondazione Prada, Milaan
  • Schinkel Pavilion, Berlijn
  • Lunds Konsthall, Lund
  • Museum of Contemporary Art, Chicago
  • Zachęta National Gallery of Art, Warschau
  • Whitechapel Gallery, Londen
  • Tate Britain, Londen
  • Kunsthalle Basel
  • Walker Arts Centre, Minneapolis.

 

Ze nam deel aan Documenta 13 in 2012, en was genomineerd voor de Turner Prize in 2008. Haar werk is opgenomen in de collecties van o.a. Tate, MoMA, Government Art Collection, Arts Council Collection, MCA Chicago en Castello di Rivoli.

Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille
Goshka Macuga, "Figures of Absence". Foto: Tom Cornille