Overslaan en naar de inhoud gaan

Samen zorgen voor kunst en natuur

Middelheimmuseum werkt intensief samen met Antwerpse groendienst

Het Middelheimmuseum is tegelijk museum en park. Dus dragen we niet alleen zorg voor de kunstcollectie maar ook voor de planten, bomen en waterpartijen. Net zoals in het museum kunst en natuur zijn vergroeid, is in aanloop naar de nieuwe collectiepresentatie het partnerschap met de Antwerpse groendienst versterkt. Een wederzijdse verrijking. 

Symbiose van kunst en natuur

De samenwerking is cruciaal: alleen samen kunnen we de bijzondere symbiose van kunst en natuur doorgeven aan de volgende generaties. Ons groene erfgoed is, net zoals onze kunstcollectie, door mensen bedacht en aangelegd. Het zijn allebei getuigen van de steeds veranderende relatie tussen mens en natuur. En samen hebben ze een rol in de toekomst.

In de uitdagende tijden waar we voor staan, zullen we in een stad als Antwerpen de vertraging, zuurstof en inspiratie nodig hebben die het park ons te beiden heeft. Net zoals we kunnen leren van kunstenaars om creatief te zijn, aandachtig te observeren en ons te laten verrassen door een onverwachte kijk op de zaak. 

Ook als organisaties, met eigen expertise, hebben we veel van elkaar te leren. Curator Pieter Boons, collectiebeheerder Veerle Meul en groencurator Annick Van Stevens gingen met elkaar in gesprek, over samen denken én doen. 

Een hechte tandem

Het Middelheimmuseum en de Antwerpse groendienst zijn al jaren partners. Maar naar aanleiding van de nieuwe collectiepresentatie is de samenwerking veel hechter geworden. Jullie vormen nu een echte tandem. Een belangrijke evolutie?  

Pieter Boons (P.B.), curator Middelheimmuseum: De nieuwe collectiepresentatie is een bijzonder ambitieus project. Heel wat kunstwerken krijgen dit jaar een nieuwe, doordachte plaats in het kunstpark. Daarbij pakken we ook het parklandschap aan, dat wezenlijk deel uitmaakt van de nieuwe scenografie. Dat maakt dat we veel beslissingen moeten nemen die niet alleen goed zijn voor de kunstwerken maar ook voor het park. Zo plaatsen we bijvoorbeeld best geen sculpturen in boszones omdat bomen niet houden van zware voorwerpen op hun wortels. Om de juiste beslissingen te nemen, werken we sinds 2020 heel nauw samen met de groendienst.

Annick Van Stevens (A.V.S.), groencurator Antwerpse groendienst: Concreet zitten we elke woensdagvoormiddag samen om pragmatisch de voortgang van de werken te bespreken. Bij elke verplaatsing ontstaan technische vragen: wat is de impact van de verankering van de sculptuur op de nieuwe plek? Kunnen de bodem en de omliggende bomen en planten dit aan? Om te vermijden dat het museum voor elke vraag een andere expert moet inschakelen, bundel ik alle vragen. Ik overleg die dan met de specialisten van mijn dienst en koppel terug zodat we samen knopen kunnen doorhakken.

 

Jullie werken, museum en groendienst, samen aan de duurzame ontwikkeling van het park. Hoe kwam de gemeenschappelijke, geïntegreerde visie daarvoor tot stand? 

Veerle Meul (V.M.), hoofd collecties Middelheimmuseum: In 2020 lieten we een grondige studie uitvoeren over het cultuurlandschap van het Middelheimmuseum. Die schetst een rijke geschiedenis van een innige relatie tussen bewoners en het terrein, sinds de 5de eeuw. Tegelijk kwam, in samenwerking met de groendienst en experten, een scala aan waarden boven water van onze groenblauwe elementen in het park: historisch, recreatief en op vlak van biodiversiteit. Met al die elementen samen kwamen we tot een samenhangende visie op de ontwikkeling van het park, museum en groendienst samen. De krachtlijnen daarvan werden een basis voor de nieuwe collectiepresentatie: het thema is geïnspireerd door de complexe en veranderende relatie van mensen en natuur op deze plek. 

V.M.: In 1950 toonde het Middelheimmuseum als eerste ter wereld een permanente publieke collectie in een groene omgeving. Vandaag kijken we met een nieuwe blik naar die bijzondere combinatie. We zien hoe kunstwerken in een park aanzetten tot nadenken over onze verhouding tot de natuur. Dit is een thema dat veel kunstenaars inspireert en dat nu sterk leeft in de maatschappij. Vandaag nemen musea ook sterker hun rol op als aanjagers van duurzame ontwikkeling. Samen met kunstenaars en in nauw partnerschap met de groendienst wil Middelheimmuseum mee een betere toekomst verbeelden

 

"Het parklandschap maakt deel uit van de nieuwe scenografie. We nemen dus beslissingen die niet alleen goed zijn voor de kunstwerken maar ook voor het park."
— Pieter Boons, curator

Samen denken én doen

De samenwerking is er op gebied van structurele beslissingen: de verduurzaming van het museum, de infrastructuur, omgaan met energie ... Tegelijk verloopt die, in functie van de nieuwe plaatsing van de kunstwerken, heel pragmatisch. Lopen ook de achterliggende visies gelijk?

A.V.S.: Deze samenwerking is uniek binnen de stad, omdat het net heel uiteenlopende visies probeert samen te brengen. We streven ernaar zoveel mogelijk raakpunten te vinden. Het culturele uitgangspunt voor een kunstwerk vraagt soms dat het op de plek staat waar het best tot zijn recht komt. De groenvisie dicteert dan weer dat een parkboom zo veel mogelijk in zijn natuurlijke vorm moet kunnen uitgroeien. Door onze intense samenwerking zoeken we nu vooraf naar een standplaats die beide visies verzoent. Soms betekent dat bijvoorbeeld dat het beeld enkele meters verder geplaatst wordt om boomwortels te sparen. In een ander geval kan het gaan om het bijsnoeien van een tak, zodat die het kunstwerk niet overschaduwt.

P.B.: Dit samen denken is inderdaad cruciaal. De groendienst heeft voor het beheer van het park een eigen beheerplan, net zoals wij een collectiebeleidsplan hebben voor onze collectie. Vroeger waren deze twee beleidsdomeinen gescheiden. We werkten tot voor kort meer naast elkaar dan met elkaar. Voor de nieuwe collectiepresentatie brengen we beide plannen voor het eerst samen in een geïntegreerde ervaring voor de bezoeker. We presenteren kunst en natuur als één geheel. Het groen is niet enkel het decor, maar treedt samen met de kunstwerken op de voorgrond.

Prachtige wins

Maakt dit partnerschap het concrete werk op het terrein ook efficiënter? Merken jullie voordelen van de samenwerking, bij het vormgeven van de nieuwe presentatie?

A.V.S.: Ons wekelijkse overleg creëert prachtige wins. Een voorbeeld: toen het museum vernam dat we werken gingen uitvoeren in de Hortiflora, vertelden ze dat de kunstwerken die er later zouden komen, onder alarm moesten staan. Dus plaatsten we meteen ook de wachtbuizen voor de bekabeling van de alarmsystemen in de grond. Zo hoefden we alles geen twee keer open te graven. Het gebeurt ook dat bomen moeten worden gesnoeid om een bepaald werk op te hangen. Door dit op voorhand te overleggen, vermijden we misverstanden.

P.B.: Het is ook goed dat Annick op een tussenniveau zit. Ze kan taken delegeren, zoals een put laten graven voor een nieuw kunstwerk. Maar tegelijkertijd kan ze ook beslissingen nemen op beleidsniveau. Belangrijk want alles hangt samen met budgetten, planning en personeelscapaciteit. Zo gaat het vooruit. Bovendien heeft ze een brede kijk op het Antwerps groenbeleid. 

Werken aan de Hortiflora - Foto © KEEN
Werken aan de Hortiflora - Foto © KEEN

Bijleren van elkaar

Jullie zijn allebei specialisten in jullie vak. Hebben jullie door het overleg ook veel van elkaar bijgeleerd?   

P.B.: We hebben elkaars werk veel beter leren kennen. Ook al werkten we jaren samen in hetzelfde kunstpark, toch wisten we tot voor kort niet erg veel van elkaar. Wanneer wordt er gesnoeid, wanneer wordt er gemaaid, wanneer wordt het blad weggeblazen? Door elke week samen te zitten, breng je meer begrip op voor elkaar. Je begrijpt hoe de dingen lopen en kan ook ingrijpen wanneer iets dreigt fout te lopen. Zo hebben we in enkele maanden tijd dankzij de groendienst enorm veel bijgeleerd over het park zelf.

V.M.: De groendienst kan ons ook haar expertise verlenen wanneer een kunstenaar levende elementen in een kunstwerk integreert. Denk maar aan ‘Cornerstone’ van Roel Jacobs: de kunstenaar plantte een piepkleine ginkgoboom in het museum, als kunstwerk op zich dat langzaam groeit tot een monumentale boom. De groendienst geeft advies over hoe we dit levende kunstwerk het best kunnen verzorgen.

A.V.S.: Dat geldt ook omgekeerd. Onze medewerkers op het terrein zijn zich nu veel meer bewust van de manier waarop ze moeten beheren, om de risico’s op schade aan de kunstwerken te beperken. We maaien nu anders, of passen bepaalde technieken anders toe. Omdat het wederzijds begrip gegroeid is, kunnen parkbeheerders bepaalde situaties anders inschatten. Ze beseffen bijvoorbeeld dat ze in de buurt van een beeld anders gaan werken.

 

Kan je daarvan een voorbeeld geven?  

A.V.S.: Je mag geen bladeren laten liggen op een grasveld, dat is niet goed voor de kwaliteit van het gras. Dus blazen onze parkbeheerders in de herfst het blad weg van de gazons. Doen ze dit met een luchtbezem, zomaar alle richtingen uit, gebeurt het dat er kleine steentjes mee rondvliegen. Die zouden lichte schade kunnen toebrengen aan sculpturen. Dus is het nu de regel dat we altijd met de rug naar een beeld gaan staan wanneer we beginnen blazen. Het lijken kleine stomme ingrepen, maar die kunnen echt wel een verschil maken.

P.B.: We hechten ook veel belang aan de verplaatsingswerken zelf. Sculpturen die in boszones staan, staan er vaak al heel lang, dus er is een zekere harmonie ontstaan met het wortelpakket dat erlangs is gegroeid. Dat kunstwerk weghalen, waarbij je met zwaar vervoer over de wortels rijdt, is soms méér belastend voor de bodem dan het te laten staan. Ook daar houden we, dankzij nieuwe inzichten, bewust rekening mee.

Leerrijke confrontaties

Ik kan me inbeelden dat er situaties zijn waarbij beide visies over kunst en natuur met elkaar kunnen botsen. Hoe pakken jullie dit soort confrontaties aan?

A.V.S.: Het basisprincipe is: over alles moet gesproken kunnen worden. We staan langs beide kanten open voor compromissen wanneer die nodig zijn. Vroeger waren we meer rigide en zeiden we sneller ‘nee’. Nu laten we onze specialisten ter plaatse komen om een oplossing te vinden. Kan een werk écht niet op een bepaalde plek, zullen we dit altijd grondig argumenteren. Niet vanuit ons buikgevoel of vastgeroeste patronen, maar vanuit heldere argumenten. Binnen de groendienst hebben we vandaag allemaal experts: biologen, boomexperts, plantenspecialisten ... Net omdat die kennis er is, vinden we altijd wel een oplossing.

P.B.: We denken bij elke beweging in het museum aan kunst én natuur. Achter het Braempaviljoen stond lang het kunstwerk Dialoog van Albert Szukalski: twee spoken aan een tafel, op een grote betonnen schijf. De spoken zijn intussen weggehaald, maar omdat de beplanting rondom en de wortels vergroeid waren met de schijf, hebben we beslist dat platform te laten staan. We hebben ook het landschapsontwerp lichtjes aangepast zodat er een pad naartoe loopt. Daar is nu een nieuwe plek waar we later iets op kunnen presenteren. 

Een holenduif op 'Beam Drop Antwerp' (2009) van Chris Burden
Een holenduif op 'Beam Drop Antwerp' (2009) van Chris Burden

Respect voor natuur, kunst én bezoekers

Soms kunnen prioriteiten botsen. Stel: een bedreigde vogelsoort vindt een broedplek bij een sculptuur en besmeurt het kunstwerk. Jagen jullie de vogel weg om het kunstwerk te beschermen, of mag de vogel blijven en nemen jullie het risico erbij?

P.B.: We hebben zo’n concreet geval, al gaat het niet om een bedreigde soort. Aan het kasteel hebben we veel last van ganzen die overal uitwerpselen achterlaten. De visie van het museum is duidelijk: we trachten zo weinig mogelijk in te grijpen in de natuur, ook in dit geval. Wel hebben we een ‘strontjes-toer’: met vaste regelmaat gaan we langs om overal alle uitwerpselen te verwijderen van de sculpturen. Als het nodig zou zijn, kunnen we het tempo verhogen en raakt het daardoor opgelost. Ik zou dus niet meteen dat nest weghalen. Ik denk dat ik eerst naar Annick zou bellen. (lacht)

A.V.S.: … En ik naar dierenwelzijn! (lacht mee) Want deze bevoegdheid zit eigenlijk niet bij de groendienst, het is ook onze specialisatie niet. Uiteraard houden we hier wel rekening mee. Zo houden we ons in de Antwerpse parken zoveel mogelijk aan de ‘schoontijd’. Dat is de broedperiode van de meeste stadsvogels (tussen 1 april en 30 juni). In die periode worden er minimale snoeiwerken uitgevoerd aan bomen, om de vogels minimaal te verstoren. Dringende ingrepen, meestal in functie van veiligheid, worden natuurlijk niet uitgesteld, maar ook dan werken we zo voorzichtig en snel mogelijk.

 

Wat als er een bedreigde plantensoort groeit, en daarvoor een nieuw aangelegd pad in het museum moet worden verlegd? Laten we de plant groeien of krijgen de bezoekers voorrang?

A.V.S.: Als het pad kan worden verlegd, denken we liefst in die richting. Maar het hangt erg af van de situatie. Hoe bedreigd is de soort? Kunnen we de plant laten vermeerderen aan de juiste kant van het pad? We hebben zones die we effectief afspannen in onze parken, wanneer er iets speciaals groeit. In het Boelaerpark in Borgerhout bloeit de bostulp, een behoorlijk zeldzame plant, en die vlek deint elk jaar uit. Dus offeren we elk jaar wat meer gazon op aan de bostulp. Als we ergens rekening mee kunnen houden, doen we dat. En dat doen we ook in het museum: bij al wat we doen houden we rekening met de natuur én de kunst én de bezoekers.

 

>> Lees verder over hoe deze samenwerking in de praktijk verloopt